Wat doen wij?

Ruimtelijke kwaliteit

Omgevingadvies B.V. is een organisatie dat adviseert op het gebied van Ruimtelijke Kwaliteit van de omgeving, dat ook wel voorheen welstand werd genoemd.

Relatie met gemeentelijk beleid

In het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van een gemeente is het welstandstoezicht het ‘vangnet’. Het vangnet hangt echter nauw samen met het ruimtelijk kwaliteitsbeleid dat de gemeente voert. Het opstellen van een welstandsnota begint dan ook met een inventarisatie van het lokale ruimtelijk kwaliteitsbeleid en een analyse van de consequenties daarvan voor het welstandsbeleid.

De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit

De bouwverordening moet volgens artikel 8 lid 6 Ww 2002 voorschriften bevatten omtrent de samenstelling, inrichting en werkwijze van de commissie ruimtelijke kwaliteit. Aanpassing van de bouwverordening van onze gemeente zal plaatsvinden nadat de Modelbouwverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is aangepast.

De commissie is als collectief deskundig en onafhankelijk. Zij komt in onafhankelijkheid tot een advies. Er bestaan geen bindingen of relaties op basis waarvan het advies over de welstandsaspecten wordt beïnvloed. De commissie ruimtelijke kwaliteit bestaat uit deskundige leden op het terrein van architectuur, stedenbouw, monumentenzorg en aanverwante vakgebieden. De voorzitter is één van de stemhebbende leden en fungeert tevens als secretaris-deskundige van de commissie. De commissie ruimtelijke kwaliteit kan zich naar eigen inzicht laten bijstaan door extra deskundigen van het bureau of daarbuiten. Afhankelijk van het type plan dat moet worden beoordeeld, nemen de extra deskundigen deel aan de vergadering. Wanneer een van de leden van de commissie is verhinderd wordt hij / zij, indien mogelijk vervangen door een van de plaatsvervangende leden. De gemeente kan voor bepaalde (nieuw te ontwikkelen) gebieden een supervisor aanstellen met als taak de ruimtelijke kwaliteit te stimuleren en initiatiefnemers in de vroege planvormingsfasen reeds te informeren en te begeleiden. Om misverstanden te voorkomen is het van belang de relatie tussen de planbegeleiding door de supervisor en de uiteindelijke welstandsbeoordeling door de commissie ruimtelijke kwaliteit vooraf schriftelijk vast te leggen. Integrale welstands-monumentenadvisering: Voor verbouw-restauratieplannen van gemeentelijke- en rijksmonumenten is zowel een welstandsadvies als een advies van de monumentencommissie nodig. In beide adviezen zal worden ingegaan op vormgevingsaspecten. Een integrale benadering van een gecombineerde commissie kan in die gevallen zowel procedureel als inhoudelijk een meerwaarde opleveren.

Werkwijze commissie ruimtelijke kwaliteit

Een gemeente voert een welstandstoezicht middels de door de Raad vastgestelde welstandsnota. Daarnaast kan de gemeente specifiek beleid voeren met betrekking tot de visuele kwaliteit van de gebouwde omgeving. Van deze mogelijkheid wordt vooral de laatste jaren gebruik gemaakt, in de vorm van beeldkwaliteitsplannen.

Burgemeester en wethouders laten zich bij de afgifte van bouwvergunningen adviseren door een adviescommissie die bestaat uit onafhankelijke deskundigen van Omgevingadvies BV. Op periodieke tijdstippen houdt de commissie een openbare zitting in een van de aangesloten gemeenten. Planindieners en ontwerpers kunnen desgewenst een toelichting geven op het plan. Alle voor advies aangevraagde bouwplannen worden direct geadviseerd tijdens de vergadering. De uitvoering van het welstandstoezicht geschiedt onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders door de betreffende sector. Burgemeester en wethouders volgen in het algemeen de adviezen van de commissie.

De advisering van de commissie

Evenals het welstandsbeleid moet de uitvoering van dat beleid, klantgerichter worden. Transparante procedures en vooraf geformuleerde beoordelingscriteria zijn belangrijke middelen hierbij. De bij de advisering toe te passen criteria moeten uit te leggen zijn en de uitvoering van het welstandsbeleid moet openbaar en controleerbaar zijn. De aanvrager en zijn architect/ ontwerper hebben, voor de behandeling van het plan waaraan zij intensief hebben gewerkt, recht op een inzichtelijke, vlotte procedure. Een procedure die evenwel rekening houdt met zowel het privé- als het gemeenschapsbelang.

Het advies aan het college van Burgemeester en wethouders.

Burgemeester en wethouders volgen in hun oordeel in principe het advies van de welstandscommissie. Wel kunnen Burgemeester en wethouders op inhoudelijke grond afwijken van het advies van de welstandscommissie indien zij tot het oordeel komen dat de commissie ruimtelijke kwaliteit de van toepassing zijnde criteria niet juist heeft geïnterpreteerd, of de commissie naar hun oordeel niet de juiste criteria heeft toegepast. Indien burgemeester en wethouders bij een reguliere bouwvergunningaanvraag op inhoudelijke grond tot een ander oordeel komen dan de welstandscommissie, dan vragen zij voordat het besluit op de vergunningaanvraag wordt genomen, maar binnen de daarvoor geldige afhandelingstermijn, een second-opinion aan bij een andere adviescommissie. Het advies van deze commissie speelt een zware rol bij de verdere oordeelsvorming van burgemeester en wethouders. Indien het advies van de reguliere commissie en de second-opinion tegengesteld zijn en burgemeester en wethouders op inhoudelijke grond afwijken van het advies van de reguliere welstandscommissie wordt dit in de beslissing op de aanvraag van de bouwvergunning gemotiveerd. De reguliere commissie ruimtelijke kwaliteit wordt hiervan op de hoogte gesteld.

De welstandsnota

In een gemeentelijke welstandsnota worden de aspecten en de daarbij behorende criteria aangegeven waaraan de commissie de plannen beoordeelt. Dit is een ambitiedocument voor specifieke gebieden, zal moeten leiden tot meer objectiviteit en een duidelijk toetsingskader voor de commissie ruimtelijke kwaliteit. Voor de burger ontstaat hiermee meer inzicht in de toetsing en vooraf meer zekerheid over de haalbaarheid van zijn plannen.

De duidelijkheid die ontstaat met het vaststellen van de beoordelingsaspecten, criteria, en de openbare besluitvorming die daaraan ten grondslag ligt, moet de toetsing een groter maatschappelijk draagvlak geven.

Bij de beoordeling komen de volgende onderdelen aan bod.

Relatie tussen vorm, gebruik en constructie

Relatie tussen bouwwerk en omgeving

Betekenissen van vormen in de sociaal-culturele context

Evenwicht tussen helderheid en complexiteit

Schaal en maatverhoudingen

Materiaal, textuur, kleur en licht

Het toepassen van de algemene criteria

In bijzondere situaties wanneer de gebiedsgerichte en de objectgerichte welstandscriteria ontoereikend zijn, kan het nodig zijn expliciet terug te grijpen op de algemene welstandscriteria.

Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een bouwplan de gebiedsgerichte beschrijvingen en gebiedsgerichte welstandscriteria volgt zonder daar enige inspiratie aan te ontlenen. Een dergelijk bouwplan voegt weinig toe aan die omgeving. Het is alleen meer van hetzelfde en het bouwwerk zelf blijft zo onder de maat dat het zijn omgeving negatief zal beïnvloeden.

Meer weten? Laten we een afspraak maken.

In het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van een gemeente is het welstandstoezicht het ‘vangnet’. Het vangnet hangt echter nauw samen met het ruimtelijk kwaliteitsbeleid dat de gemeente voert.